
Als het echt gaat hozen…
De Friese gemalen staan stil. De bodem is kurkdroog na de hete zomer. Intussen is er in noord-Friesland wel een compleet gemaal bijgebouwd. Want je kunt er op wachten: een keer gaat het vreselijk plenzen.
Bericht op Omrop Fryslân, woensdag: Wetterskip Fryslân heeft de gemalen uitgezet. De bodem is na de lange zomer van 2018 nog zo droog dat zoet water zo lang mogelijk in de Friese boezem moet blijven. Over een paar maanden begint het groeiseizoen al. De grondwaterstand ligt in de Friese zand- en kleigebieden tot anderhalve meter onder normaal. Met meer water in poldersloten probeert het waterschap de schade te beperken. Eigenlijk zou het 200 dagen onafgebroken moeten regenen.
De droogte is een bewijs van de nieuwe realiteit: extremen bepalen het klimaat. Zo staan ze stil, de gemalen, zo moeten ze op volle capaciteit draaien.
Twee jaar geleden is er een fikse hap genomen uit de Deltadijk die noord-Friesland tegen de zee beschermt. In het gat is een extra gemaal gebouwd, speciaal voor de natte episoden die zullen komen. Vorige maand is het gemaal – kosten 13 miljoen euro – opgeleverd. Het waterschap denkt dat dit gemaal na stortbuien regenwater effectief uit de Friese boezem kan pompen.
Het plan dateert al van 1998. Drie jaar daarvoor stond laag gelegen Nederland door overvloedige regenval op punt van overstromen. Zo’n 250.000 inwoners van het Gelderse rivierengebied moesten worden geëvacueerd omdat het water tot aan de kruin van de rivierdijken was gestegen. In Friesland was de situatie toen ook nijpend.
“De kwelder gaat straks werken als een golfbreker voor de zeedijk”
De Friese boezem, het stelsel van meren, kanalen en vaarten tussen Lemmer en Dokkumer Nieuwe Zijlen heeft weliswaar twee grote gemalen, maar die staan vlak bij elkaar aan de IJsselmeerkust in zuid-Friesland, in Stavoren en Lemmer. In het noorden van de provincie was er tot voor kort geen gemaal, daar moest het overtollige water via de sluizen van Harlingen en Lauwersoog worden geloosd.
Maar bij een flinke noordwester kon water uit de Friese boezem niet wegstromen, omdat de sluizen wegens opstuwend zeewater niet open konden. Dus moest er nodig een nieuw gemaal bij in het uiterste noorden in de zeedijk langs het Wad. Dat gemaal is er nu. Voorlopig staan ze stil, de enorme vijzels die overtollig zoet water over het dijklichaam moeten stuwen. Maar ooit gaat het een keer keihard regenen en dan moeten ze de boel droog houden.
Schildpad
Van een afstand lijkt het alsof er een reusachtige schildpad tegen de Deltadijk opkruipt, net boven Hallum in noord-Friesland. ‘De Heining’ hebben ze het gemaal gedoopt. Het was nogal een klus, er is binnendijks een sloot verdiept, verbreed en verlengd (de Hallumerhoeksterfeart) om een aansluiting op de Friese boezem te maken. En aan de andere kant, buitendijks, is in de vette zeeklei een diepe sleuf getrokken. Via die geul kan straks overtollig water naar de Waddenzee stromen.
Natuurbeheerder It Fryske Gea is dolenthousiast over het gemaal, want voor het eerst in lange tijd krijgt de zee weer vrij spel in de buitendijkse zomerpolders voor de kust bij Hallum. Een lage dijk (de Lontkade) in het uitgestrekte kwelderland achter de zeedijk, moest worden doorgestoken om de afvoer via de slenk mogelijk te maken. Enkele boeren die in het gebied grond pachten van It Fryske Gea hebben nog getracht het doorsteken van die dijk tegen te houden. Ze vinden dat de veiligheid onvoldoende is gewaarborgd. Maar de rechter in Leeuwarden wees hun eis af. Het belang van de natuur en van een efficiënte waterafvoer uit de Friese boezem woog zwaarder.
Kwelders
Er ligt in noord-Friesland zo’n 4200 hectare buitendijks kwelderland. Daarvan is ongeveer 1000 hectare zomerpolder – omdijkte lagere kwelders die alleen bij extreem hoog water onderlopen. Het zijn belangrijke broedgebieden voor vogels. In de zomer, van mei tot oktober, loopt er vee buitendijks.
Door het doorsteken van de Lontkade heeft het zeewater vrij spel in het kweldergebied. In beginsel kan de zomerpolder nu vaker onder water lopen. Daardoor zet zich voortdurend nieuw slib af, waardoor het gebied op een natuurlijke manier wordt opgehoogd. Dat proces gaat sneller dan de zeespiegelstijging, weet It Fryske Gea uit een 10-jarige proef die ooit met een andere zomerpolder is gedaan.
“Het bleek dat bodem van de polder in die periode met zeven centimeter groeide”, vertelt Chris Bakker, hoofd natuurkwaliteit van It Fryske Gea. “In diezelfde tijd steeg de zeespiegel met twee centimeter. Zo ontstaat in feite een natuurlijke buffer tegen de stijgende zeespiegel. De kwelder gaat straks werken als een golfbreker voor de zeedijk.
Win-win
Het mes snijdt aan twee kanten, vult Kees Munting, omgevingsmanager van het Wetterskip Fryslân, aan. “Er wordt gesproken over een verdere versterking van de Waddenzeedijk. Als een hogere kwelder kan worden meegerekend bij de beoordeling van de veiligheid van een dijk, kan dat een stuk schelen. Dit wordt nu onderzocht.”
Bij het nieuwe gemaal is een ingenieuze vispassage aangelegd om soorten die van zout naar zoet willen migreren, zoals het stekelbaarsje en de glasaal, ongeschonden door te laten. De enorme, langzaam draaiende vijzels zijn zo gebouwd dat de vis volgens het waterschap onbeschadigd in het zoete water door het gemaal kan gaan. Vanaf de zeekant worden vissen via een systeem van bakken langs het gemaal geleid.
“Vooral voor de natuur is het een win-winsituatie”, zegt Munting. “Er is een prachtige, mooie slenk aangelegd buitendijks.” Bakker bevestigt dat. “Er komt nog bij dat kwelders vergeleken met bos vier keer zoveel CO2 kunnen vastleggen, blijkt uit recente studies. Die klei blijft daar voor altijd liggen, dus dat CO2 komt nooit meer vrij.”
Bouwen met de natuur
Het project van het waterschap It Fryske Gea, het Wetterskip Fryslân en Rijkswaterstaat bij Hallum past in een groter plan van onder meer LandschappenNL, koepel van provinciale organisaties van landschapsbehoud. Volgens de samenwerkende natuurorganisaties kan de stijgende zee worden opgevangen door natuurlijker vormen van kustverdediging.
Onlangs publiceerde de Nederlandse Deltacommissaris een rapport waarin werd gewaarschuwd voor een snellere stijging van de zeespiegel vanaf 2050. De organisaties pleiten voor ‘bouwen met de natuur’, door zandmotors aan te leggen, waarbij de zeestroming aangevoerd zand naar zwakke plekken voert. Ook de aanleg van mosselbanken en zeegrasvelden die zand en slib vasthouden kunnen werken als natuurlijke golfbrekers. Het stimuleren van slibaangroei in de kwelders van buitendijks Friesland valt er ook onder.
Volgens de landschapsorganisaties kunnen natuurlijke processen in plaats komen van almaar hogere dijken en dammen. Tegelijk dienen deze oplossingen de soortenrijkdom en de leefbaarheid. In de coalitie ‘Natuurlijke Klimaatbuffers’ zitten naast de landschappen, de natuur- en milieufederaties, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Stichting Ark, Vogelbescherming, Waddenvereniging en het Wereld Natuur Fonds.
Bron: Trouw